Ghana is rijk aan grondstoffen en grote delen van het land zijn vruchtbaar. De landbouw, met name cacao, levert een belangrijke bijdrage aan de exportinkomsten. Het land produceert ook veel goud, de belangrijkste goudreserves liggen in het zuidwesten van het land. Het centrum van de goudwinning is Obuasi, circa tweehonderd kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Accra. Ghana had tot voor kort geen aardolie-industrie, maar aan het begin van 2011 werd voor de kust een groot olieveld in productie genomen.
De periode 1973-1983 was economisch gezien rampzalig als gevolg van verschillende factoren zoals corruptie, droogte, wanbeleid, machtswisselingen en de gedwongen repatriëring van een miljoen Ghanezen uit Nigeria in 1983. In datzelfde jaar werd het Economic Recovery Program gestart. Sindsdien is de situatie wel verbeterd; in de periode 1988-1999 groeide de economie jaarlijks met 4,3% en tussen 1999-2009 gemiddeld met 5,6%. Het BNP van Ghana steeg van USD 5,2 miljard in 1989 naar USD 26,2 miljard in 2009[7]. Een probleem blijft de grote afhankelijkheid van het exporteren van cacao, nu ongeveer 35% van de totale exportopbrengsten.
Een ander probleem is dat, in tegenstelling tot Ghana zelf, omringende landen zoals Ivoorkust, Liberia en Sierra Leone instabiel zijn, waardoor buitenlandse investeerders worden afgeschrikt. In 2003 vertegenwoordigden landbouw, industrie en dienstensector respectievelijk ongeveer 34%, 24% en 41% van de Ghanese economie.