Ghana heeft meer dan 100 etnische groepen. Elk met hun eigen cultuur en vaak hun eigen taal. In de dorpen bepalen traditionele gezagdragers, de z.g. Chiefs, in grote mate de gang van zaken. Godsdienst speelt een grote rol in het dagelijks leven van de Ghanees. Meer dan zestig procent is Christelijk. Vijftien procent is Islamitisch, met name woonachting in het Noorden. De rest van de bevolking hangt een van de traditionele animistische godsdiensten aan.

De Fanti
De Fanti wonen in het midden van Ghana en zijn dol op spinazie. Hun stam is er zelfs naar vernoemd! ‘Fan’ betekent ‘spinazie’ en ‘ti’ wil zeggen plukken. Bij ons wordt spinazie dusdanig klaargemaakt, dat ze dezelfde dag nog moet worden opgegeten. Maar iedere Fanti weet dat, wanneer je deze groente door en door kookt in palmolie of een andere plantaardige olie, de groente minstens drie dagen lang vers en smakelijk blijft en zijn voedingswaarde niet verliest. Zelfs zonder koelkast!Het gerecht moet dan om te beginnen goed zijn doorgekookt. Daarna moet je het met bepaalde tussenpozen opnieuw koken. Zo kan de groente niet bederven. Aldus de Fanti, de specialisten onder de spinazieeters. 

De Ashanti
De Ashanti behoren tot de Akan, de grootste bevolkingsgroep van het land. Ongeveer de helft van alle Ghanezen hoort tot die groep. De Akan emigreerden in de 15e eeuw vanuit het noorden naar het tegenwoordige Ghana.Osei Tutu wordt beschouwd als de stichter van het grote Ashanti-rijk. Tijdens zijn regeringsperiode van 1695tot 1731, overwon hij diverse naburige stammen. Al lang voor de Europeanen zich de goudhandel hadden toegeëigend, brachten Arabieren het Ashanti-goud via Timbuktu en Agades naar de kusten van de Middellandse Zee. Tot het begin van de 20e eeuw was stofgoud het gangbare betaalmiddel van de Ashanti: 2 gram voor een kip, 1 pond voor een koe. Het werd gewogen met sierlijk bewerkte koperen gewichtjes.  Deze beeldjes – juweeltjes van vakmanschap – kunnen van alles voorstellen: het dagelijkse leven bijvoorbeeld het hof van de koning, muzikanten en dieren. Hoe weeg je echter stofgoud zonder in een wereld van voortdurende achterdocht terecht te komen? Daarvoor nodig: gewichtjes om min of meer zuiver te kunnen meten en een soort ‘centraal gezag’ dat toezicht houdt. In het Ashantirijk was het gezag voorhanden; de goudgewichtjes ontwikkelden zich, meer dan ergens anders in de wereld, tot een ambachtelijke kunstvorm.  De gewichtjes zelf zijn niet van goud maar van brons. Vanaf ongeveer 1400 zijn ze bekend. De eerste eeuwen zijn het nog puur geometrische vormen. Heel mooi zijn de beeldjes die spreekwoorden uitbeelden en langzaam ontstaat de overgang naar afbeeldingen, in het bijzonder van dieren. Daarbij gaat het niet alleen om het beest, maar om het spreekwoord waarin een dier voorkomt. Olifant:  ‘Wie achter olifanten loopt, wordt niet nat van de dauw van het gras’. Giraf: 'Regen maakt zijn vlekken nat, zij verdwijnen niet'. Vanaf het moment dat de Engelsen, opvolgers van de koloniale Nederlanders, het gebruik van bankbiljetten verplicht stelden, kregen de gewichtjes meer het karakter van verzamelobjecten voor koningen en stamhoofden. 

De Gouden Stoel Volgens de overlevering kreeg de priester Komfo vanuit de hemel een gouden stoel cadeau. Die werd het symbool van de eenheid en voorouderverering. Dat laatste is heel belangrijk. De koning, de Asantehene, vertegenwoordigt de voorvaderen en beheert hun land. In 1900 eisten de Engelsen de stoel op. Ze hadden geen idee dat het hier niet zo maar om een koninklijk meubelstuk ging, maar dat het een religieus symbool was, waarop zelfs de koning niet mag zitten. Een opstand was dan ook het antwoord op de Engelse eis.Veel van de oude gebruiken worden nog steeds in ere gehouden. Ook al worden veel hoogwaardigheidsbekleders tegenwoordig per auto naar de plechtigheden gereden en heeft ook de kleuren-tv zijn intrede gedaan.Van de gouden sieraden van de Ashanti is niet veel bewaard gebleven. Het meeste werd gestolen, omgesmolten of verkocht en overal ter wereld verspreid. Van andere kunstschatten – voor zover ze tenminste nog bestaan – is meer in Europese musea te zien dan in het kleine, met veel toewijding en weinig middelen in stand gehouden museum in Kumasi.

Steun ons werk

Steun het werk van EOF Ghana

CBF Erkend Goed Doel

1 september 2016